Categorieën
Intern

Compostbak bij Kreek

We hebben sinds kort een compostbak bij Kreek. Deze bak hebben we van een gulle gever gekregen zodat we weer wat groener kunnen worden bij Kreek.

Voor alle duidelijkheid, het is de achterste donker groene bak, de lichtgroene ton op de voorgrond is een regenton die nog aangesloten moet worden zodat we ook regenwater en geen schoon kraanwater kunnen gebruiken in de tuin.

De compostbak staat in de achtertuin, rechts achter in de hoek. We kunnen nu veel GTF-afval in deze bak gooien zodat onze ecologische voetafdruk weer een tikkeltje kleiner wordt en we onze eigen compost kunnen maken om de tuin van de nodige voeding te kunnen voorzien.

Door zelf te composteren creëren we waardevolle hummus voor de grond. Veel GTF-afval mag direct op de composthoop. Toch kun je sommige andere producten beter niet toevoegen aan je eigen bodemstructuurverbeteraar.

 

 

 

Wat mag er wel op de composthoop?

  • Groente- en fruitresten
  • Oogstresten
  • Plantresten
  • Bladafval*
  • Grasmaaisel*
  • Aardappelschillen
  • Kleine hoeveelheden etensresten
  • Snoei- en haagafval
  • Fijngemaakt hout en takken
  • Versnipperde eierschalen
  • Koffiedik-, filters en theezakjes
  • Onkruid
  • Zaagmeel en schaafkrullen van onbehandeld hout
  • Uitwerpselen van pluimvee en knaagdieren
  • Koeien- en paardenmest*

Wat mag er niet op de composthoop?

  • Grote hoeveelheden gekookte etensresten
  • Schillen van citrusvruchten
  • Aarde
  • As uit de kachel of open haard
  • Broodresten
  • Vlees en botjes
  • Vis en graten
  • Zieke planten
  • Mosselschelpen
  • Coniferenafval
  • Bedrukt papier
  • Metaal en blik
  • Glas, steen en plastic
  • Uitwerpselen van honden en katten

* Welk afval moet eerst bewerkt worden?

Dikke lagen grasafval of bladeren moeten vermengd worden met ander materiaal zodat het luchtig wordt. Zuurstof is namelijk van essentieel belang voor de groei van micro-organismen en het composteringsproces.

Gebruik alleen oude koeien- en paardenmest. Verse mest wordt namelijk te snel warm waardoor goede bacteriën kunnen sterven.

Etensresten: Met etensresten zijn we erg zuinig in en rond de composthoop, omdat deze resten vaak vettig zijn en daardoor vliegen en knaagdieren aantrekken. In kleine hoeveelheden en verspreid over de hoop en onmiddellijk gemengd met het overige materiaal uit de composthoop mag het er bij, maar liever geef je deze resten aan de kippen (van de buren).

Koffiedik: En dan ook nog met de papieren filterzakjes is een lekkernij voor de compostworm. Ook de theebladeren en het theezakje kunnen de composthoop op.

Eierschalen: Eierschalen dienen eerst te worden gekneusd, zodat deze in het compostvat beter zullen gaan verteren.

Tuinafval: Onder tuinafval verstaan we het geheel van reststoffen die bij het onderhoud van de tuin vrijkomen. Welk en hoeveel tuinafval er wordt geproduceerd is afhankelijk van de oppervlakte van de tuin, hoe deze is aangelegd en hoe deze tuin wordt beheerd.

Is gekozen voor een groot gazon, lange hagen en veel snelgroeiende heesters of bewerk je een groentetuin, dan zal er heel wat afval worden verzameld. Wil je in de herfst, tussen de struiken en vaste planten alle bladeren en takjes verwijderen (wat echter niet zo verstandig is) dan hark je jaarlijks een flinke hoop bij elkaar. Heel anders en veel natuurvriendelijker wordt het wanneer je de herfstbladeren tussen de heesters laat liggen en de verdorde vaste plantenstengels afknipt en ter plaatse als bodembedekker gebruikt. De bodem gaat dan bedekt en beschermd de winter in.

Let op! Met zieke plantendelen is het even opletten. Zet je een voldoende grote composthoop op, waarin de temperatuur tot boven de 50° C stijgt, dan breng je de besmette planten in het midden van de hoop. De ziektekiemen worden dan op enkele dagen – de meeste al op enkele uren – vernietigd. De meeste ziektekiemen sterven in de composthoop bij gebrek aan gastplanten, door concurrentie van de afbraakorganismen die antibiotica uitscheiden (ook in de bodem) en omdat ze verteerd worden. Bij een juiste compostering hoef je helemaal niet te vrezen voor ziekten: integendeel, kwaliteitscompost bevordert de gezondheid van de bodem en van de planten die erin groeien.

Brood: Niet alle schimmels bevorderen het afbraakproces. Oud brood is een goede voedingsbodem voor ongewenste schimmels. Gelukkig zijn kippen, vogels en andere dieren er wel dol op, zodat je het brood beter aan hen kunt voeren: ze zullen je er dankbaar voor zijn en de vogels zullen je verblijden met hun prachtige gezang!

Onkruiden: Hiervoor enige uitleg. Onkruiden zijn vaak snel groeiende planten die veel organisch materiaal aanmaken. Daarboven bevatten ze naast voedsel, dat ze uit uw bodem hebben gesnoept, tal van stoffen en mineralen die zowel voor de afbraakorganismen, als voor de kwaliteit van de compost interessant zijn. Brandnetel is hiervan een goed bekend voorbeeld. Ze hebben een optimaal vochtgehalte en een goede structuur. Ze doen een intense broei in de composthoop ontstaan, zodat alle onkruidzaden en ziektekiemen vernietigd worden. Bij voorkeur wordt het onkruid voor de zaadvorming uitgetrokken en gecomposteerd.

Gazonmaaisel: Van alle groenresten is gazonmaaisel ongetwijfeld het minst geliefde. De wekelijkse productie is in veel tuinen zo hoog, dat de eigen composthoop voor de verwerking te klein is. Gazonmaaisel is zeer waterrijk en heeft totaal geen structuur (geen stevigheid). Een hoop met hoofdzakelijk gazonmaaisel verslijmt na een periode van hevige broei en droogt vervolgens uit tot een onverteerbaar viltig product.

Haagscheersel: Het snoeien van de haag is één van de meest interessantste materialen voor de composthoop is ongetwijfeld vers haagscheersel. De jonge twijgjes bevatten naast allerlei voedingsstoffen – onder andere kalium, dat in andere materialen wel eens ontbreekt – ook de waardevolle lignine (houtstof), die aan de basis ligt van de humusvorming. De takjes zorgen ook voor een goede luchtdoorstroming in de hoop. Ook een hoop van uitsluitend haagscheersel geeft een goed eindresultaat. De jonge, meestal eenjarige twijgen hebben een beperkte diameter, zodat je ze niet hoeft te versnipperen (hakselen). Enkel de langste takjes worden wat verkort, wat je het beste kan doen door een hoop takken in een kruiwagen te leggen en dan maar lukraak knippen met de heggenschaar.

Alle haagsoorten komen hiervoor in aanmerking:

  • – bladverliezers: liguster, berberis, haagbeuk, beuk, enz.
  • – groenblijvers: laurierkers (paplaurier), hulst, enz.
  • – coniferen: taxus, thuja, chamaecyparis, enz.

De conifeer zal er echter veel langer over doen om te composteren en persoonlijk zou ik er niet te veel op doen. Het haagscheersel moet wel na het knippen van de haag aan de hoop worden toegevoegd om uitdroging te vermijden.

Herfstbladeren: Net als grasmaaisel komen ook herfstbladeren tijdens een beperkte periode van het jaar massaal voor. Omdat ze in de composthoop samenkleven, is het voor de lucht zeer moeilijk om tussen de bladeren door tot in de hoop door te dringen. Ook hier is dus de boodschap: mengen met andere groenresten. Dat kunnen houtsnippers zijn of haagscheersel. Stugge bladeren die minder samenkleven kunnen bij het grasmaaisel van de laatste maaibeurt gemengd worden.

Thuiscomposteren: Wat kan of mag je wel of niet composteren?(1490912397)Thuiscomposteren: Wat kan of mag je wel of niet composteren?(1490912397)

Mits een of twee omzettingen – dit om een goede verluchting te verzekeren – zijn herfstbladeren zeer goed composteerbaar en leveren ze een luchtige en aangenaam ruikende bladgrond, die van grote waarde is voor de structuurverbetering van de tuingrond.

Onverteerbare bladeren zijn een ideale bodembedekking. Door de bodem te bedekken met een dik pak bladeren te beschermen we deze tegen slagregen, uitdroging en vorst. Ontelbare bodemorganismen doen zich aan het verterend blad tegoed, verrijken en doorwoelen de bodem en trekken vogels en egels aan.

Voor de composthoop komen alle soorten bladeren in aanmerking. Sommige bladeren verteren wat langzamer. Voorbeelden hiervan zijn de beuk, de eik en de notelaar. Je kan deze bladeren evenwel als een afzonderlijke hoop opzetten en tijdens de volgende zomer (halfverteerd) gebruiken als structuurmateriaal bij het composteren van grasmaaisel.

Snoeihout: Dikker snoeihout verteert langzaam in de composthoop. Takken van meer dan 1 cm doorsnede worden daarom bij voorkeur versnipperd. Door de aanwezigheid van houtstoffen, voedingselementen en structuurverbeterende eigenschappen zijn verse snippers een waardevolle aanvulling van de composthoop. Wanneer je snoeihoutsnippers aan de composthoop toevoegt, moet je er wel aan denken dat hout een vrij laag vochtgehalte heeft, nl. 40 à 50 % ten opzichte van 70 à 80 % in het overige tuinafval. Het beste is om dan tijdens het hakselen de snippers met water te besproeien met een gieter of een tuinslang, want eenmaal uitgedroogd neemt het hout erg moeilijk water op.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *